Suzan Terweij, hoofd zorgontwikkeling bij Parlan is er van overtuigd dat er over een paar jaar geen gesloten jeugdzorg meer is. Parlan zoekt samen met gemeenten en verwijzers met lef, moed en creativiteit naar alternatieven voor een plaatsing in de Jeugdzorgplus. Soms met samengeknepen billen.
Werkwijze gericht op de relatie met het kind
Suzan: “Vier jaar geleden startten we met de eerste kleinschalige woonvoorziening in een gewone buurt. Als alternatief voor een meisje waarbij de ontwikkeling stagneerde op een gesloten behandelgroep met negen andere kinderen. Op die grote, gesloten groep was het meisje vaak boos, zette andere jongeren onder druk, lag dwars. Ze wilde niet naar school, liep vaak weg. De aandacht en zorg die naar dit meisje ging, kon daardoor niet aan andere jongeren gegeven worden. Thuis wonen was geen optie vanwege haar complexe gedrag. Ze had al op vele behandelgroepen gewoond. En geen enkele andere hulpverleningsinstantie wilde dit meisje opnemen.
Achter al haar boze en wantrouwende gedrag zagen we ook een beschadigd, kwetsbaar meisje. Een meisje dat het vertrouwen in volwassenen verloren was. Een meisje dat ‘gewoon’ ergens wilde wonen, groot groeien op een vaste plek, met vaste begeleiders om zich heen. Zonder weggestuurd te worden, zonder overplaatsingen, hoe ingewikkeld haar gedrag vaak ook was.
We startten daarom iets nieuws voor haar, buiten de geslotenheid. Een kleinschalige woning met 4 of 5 kinderen. We zeggen tegen de kinderen: ‘Jij mag hier zijn en wonen. Je hoeft pas weg als jij er aan toe bent.’
"Onze manier van werken is gericht op het opbouwen van een relatie. We zeggen niet alleen dat we naast het kind gaan staan, maar dόen het ook. Het leverde op dat het meisje er bleef wonen en heel langzaam een connectie met begeleiders aanging en haar leven iets meer vorm ging geven.”
Afspraken om de leefomgeving van de kinderen te verbeteren
De ervaringen met de eerste kleinschalige woonvoorziening zijn de basis geweest voor een flinke vernieuwing bij Parlan. De grootschalige groepen voor tijdelijk verblijf en behandeling worden omgebouwd naar kleinschalige woonvoorzieningen. Voor deze ombouw formuleerde Parlan nieuwe uitgangspunten, ook voor kinderen die gesloten geplaatst worden:
- Kinderen worden niet meer doorgeplaatst. Als de gesloten machtiging afloopt en het kind kan niet terug naar huis, dan kan het kind in de kleinschalige woonvoorziening blijven wonen. Kinderen met en zonder machtiging wonen dus gezamenlijk in één huis.
- Er is geen separeerruimte.
- Kinderen worden maximaal 20 km van huis opgevangen.
- Ambulante behandeling wordt ingezet op het moment dat het nodig is.
- School is in de buurt waar de kinderen wonen.
Ambulante jeugdhulp als alternatief voor een gesloten plaatsing
We weten dat nog te veel uithuisplaatsingen ‘verlegenheidsplaatsingen’ zijn. Suzan: “Kinderen en gezinnen met meervoudige complexe problemen stellen ons een vraag. Daar moeten wij per kind een antwoord op verzinnen. Hierover gaan we ook in gesprek met verwijzers. Is deze gesloten machtiging nodig of kan het zonder? Of nog beter: Kan het kind thuis blijven wonen, en hoeft hij helemaal niet opgenomen te worden?
We gaan out of the box, met lef, met moed, toch in de thuissituatie zitten. We hebben hier een nieuw ambulant team voor opgezet, met collega’s die dit avontuur aan wilden gaan. Wat gaat er wel goed, hoe kunnen we dat uitvergroten? Wat wil dit gezin wel? Hoe kunnen we werkelijk een antwoord geven op hún vraag? En is het antwoord op hun vraag alleen behandeling en begeleiding, of moet er ook een laminaatvloer geregeld worden, huiswerkbegeleiding komen, individuele behandeling aan een ouders gegeven worden? Pas wanneer we de vraag van het gezin beantwoorden, en verdragen dat de problemen er nog een tijd zullen zijn, daar niet teveel van schrikken, ontstaat er contact en vertrouwen. Thuis wonen blijkt dan toch te kunnen. Soms zitten we met samengeknepen billen of het wel goed gaat, maar we doen het. Omdat we geloven dat het beter is voor het kind.
We hebben hierbij ook anderen nodig, zoals wijkteams en het netwerk. Want naast behandeling thuis is er ook vaak hulp nodig om het normale leven weer op gang te krijgen, bijvoorbeeld hulp bij financiën, in de huishouding. En we proberen steeds meer de verbinding te leggen met andere voorzieningen in het normale leven van kinderen en gezinnen om met hen een duurzaam netwerk te bouwen. Bijvoorbeeld op school, de buren, de sportclub.”
Kinderen die enkele jaren geleden nog opgenomen zouden worden in de gesloten jeugdzorg, worden door deze nieuwe manier van werken nu thuis behandeld. Samen met verwijzers leert Parlan de risico's te verdragen en creëren ze alternatieven. Het effect van deze ambulantisering en van de kleinschalige open woonvormen is dat het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdzorg zo hard daalt dat de verwachting is dat er over een paar jaar geen gesloten jeugdzorg meer is. Hoe mooi zou het zijn als we dat in gezamenlijkheid bereiken?!
Interesse vanuit het land
Zorgaanbieders in het land tonen veel interesse in de nieuwe manier van werken van Parlan. Suzan vertelt er graag over. Ook verwijzers uit het land bellen om te vragen of Parlan kinderen kan plaatsen op een van hun kleinschalige woonvoorzieningen: “Wij werken alleen voor gemeenten waar wij gecontracteerd zijn. Het is immers de bedoeling dat kinderen dicht bij hun eigen sociale omgeving wonen. En ook binnen die gemeenten zijn wij streng op de toegang. Kleinschalig wonen met – maar ook zonder - gesloten machtiging is alleen bedoeld voor kinderen waarbij dat nog de enige oplossing is.
Ik zou veel liever zien dat gemeenten, verwijzers en jeugdhulpaanbieders in Nederland in de eigen regio op zoek gaan naar manieren om kinderen thuis te houden. Dat vraagt meer lef en moed dan dat we nu hebben. Het gaat om gezinnen die niet met een half jaar klaar zijn. Het vraagt om een andere insteek voor de ambulante hulp, meer outreachend, ook gericht op de dingen die goed gaan, waarin verdragen wordt dat de problemen heftig zijn en niet zomaar weg zijn, meer in samenspraak met de basisvoorzieningen en minder gericht op vaste, geprotocolleerde behandeltrajecten. Laten we geen kinderen meer door het land verplaatsen maar laten we onze kennis met elkaar delen, en samen leren. Zodat we stapje voor stapje de jeugdhulp steeds beter maken.”
Elk jaar worden zo’n 1300 jongeren aangemeld voor de JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg). Jongeren die thuis, in pleeggezinnen of op open behandelgroepen vastlopen. Het zijn jongeren die bijvoorbeeld veel drugs gebruiken, weglopen, suïcidaal gedrag vertonen, of agressief zijn. De kinderrechter bepaalt dat zij in een JeugdzorgPlus instelling behandeld moeten worden.