Bij Parlan streven we ernaar dat een kind zo lang mogelijk thuis in zijn eigen omgeving kan opgroeien. Wanneer dit echt niet meer kan, wordt gekeken naar mogelijkheden als een gezinshuis, pleegzorg of een kleinschalige woonvorm.
Collega Martine Meester- van Groningen schreef dit prachtige gedicht over thuiszijn.
Een thuis
Zij willen graag een thuis zijn,
pleeggezinnen, oud en jong,
onbekend of uit het netwerk,
zij wagen deze sprong.
Weer and'ren willen thuis zijn
maar dan professioneel,
hun huis als een gezinshuis,
zij zelf als personeel.
Willen zij daar wel thuis zijn
de kind'ren, zo alleen,
Gescheiden van hun ouders?
Ze moeten wel daarheen!
Kunnen zij daar wel thuis zijn?
De regels onbekend
en hun manier van omgang
die zijn ze niet gewend.
Mogen zij daar wel thuis zijn?
Zijn zij hun ouders trouw
als ze zich daar verbinden?
Hun leven ademt rouw.
Voelt het voor hen als thuis zijn,
onveiligheid gewend?
Vaak zijn structuur en warmte
voor hen zo onbekend.
Kunnen zij ergens thuis zijn
als "thuis" onveilig voelt
en mensen, onvoorspelbaar
't nooit goed hebben bedoeld.
Als mensen die je liefhebt,
je pijn hebben gedaan,
hoe kun je nog vertrouwen
dat het nu goed kan gaan?
Zij willen graag een thuis zijn,
gezinnen van Parlan,
maar dat wil nog niet zeggen
dat dit eenvoudig kan.
Het vraagt veel investeren,
steeds door te kunnen gaan
en dan ook incasseren,
maar toch te blijven staan
en zo voor willen, kunnen
en mogen blijven gaan,
vol hoop dat zij met dit kind
de stormen goed doorstaan.
Martine Meester - van Groningen