Nieuwsbericht

Bezoek Kinderombudsman en Nationale ombudsman aan Parlan: reflecties op gezinshuizen, scheidingshulp en jeugd

Een enthousiaste groep medewerkers van de Kinderombudsman en de Nationale ombudsman bracht een bezoek aan het gezinshuis van Fleur Scholten. Hierbij waren Margrite Kalverboer (Kinderombudsvrouw), Ella Visser (klachtonderzoeker De Nationale ombudsman), Sabrina Oldenstam (klachtonderzoeker De Nationale ombudsman), Jantine Walst (strategisch adviseur De Nationale ombudsman) en Hanneke van Essen (algemeen directeur De Nationale ombudsman) aanwezig. Vanuit Parlan waren naast Fleur Scholten ook Peter van Wijk (bestuurder), Suzan Terweij inhoudelijk directeur), Carmelina Mulder (gezinshuisbegeleider), Renee Boekel (ambulant hulpverlener in complexe scheidingen) en Lissy van ’t Voort (beleidsadviseur) aanwezig.

De Kinderombudsman moet er in Nederland op toezien en bevorderen dat de rechten van kinderen worden nageleefd.

De Kinderombudsman bezocht in week van 14 oktober 2024 verschillende organisaties in Noord Holland om informatie op te halen over hoe het werk in de praktijk geregeld is.

Gezinshuizen

We spraken al snel over de bijzondere constructie van een gezinshuis waarin het zijn van gezinshuisouder een beroep is en de kinderen ook onderdeel worden van het gezin. Het behouden van de balans tussen deze 2 kanten van de medaille is een uitdaging. Als je op vakantie gaat, gaan de kinderen mee. Er moet echter ook tijd zijn om even op te laden en bij te komen.

We streven er naar dat kinderen in een gezinshuis zo gewoon mogelijk opgroeien. We willen in een kunstmatige context het gewone leven vormgeven. Dat is een bijzondere situatie. Het betekent bijvoorbeeld dat we doelen stellen en regelmatig evalueren, terwijl we ook zeggen dat kinderen gewoon wonen bij Parlan.

Een ander voorbeeld van de kunstmatige context is dat kinderen het recht hebben om met een vertrouwenspersoon van Jeugdstem te praten. We horen echter vaak dat ‘onze’ gezinshuiskinderen helemaal niet met iemand van Jeugdstem willen praten, zo ook een van de kinderen van Fleur.

Maar wat is dan wel de oplossing om de kinderen de mogelijkheid te geven om het bij iemand aan te geven als er iets niet goed gaat? We denken dat er niet alleen maar gekeken moet worden naar een juridische oplossing, maar ook naar andere manieren, We dachten bijvoorbeeld aan de inzet van een JIM, jongerenwerk, leerkrachten op school, de jeugdverpleegkundige of sporttrainers.

Fleur vertelt dat ze naast het opvoeden van de kinderen ook veel werk steekt in het werken met de ouders, het samen opvoeden van de kinderen. Er zijn kinderen die in het gezinshuis kwamen wonen, waarbij de ouders nauwelijks een rol speelden in het leven van hun kind.

‘Ik haal plezier uit het zorgen voor de kinderen en ook om ouders weer ouders te laten zijn.’

Scheidingshulp

Er is gesproken over de verschillende vormen van hulp die Parlan kan bieden als het gaat om gezinnen waarin scheiding aan de orde is. Ook dit is een doelgroep met een complexe dynamiek omdat er vrijwel altijd sprake is van strijd. Renee heeft verteld over de verschillende kanten van haar werk met gescheiden ouders. En hoe kinderen betrokken worden bij het hulpverleningstraject. Hierin is soms dezelfde tendens te zien, dat kinderen niet altijd hun verhaal willen doen vanwege de consequenties die het delen van hun verhaal kan hebben.

Ex-partners zijn vaak verwikkeld in juridische procedures. We herkennen ook dat er klachten worden ingediend bij Parlan. Over het algemeen kunnen klachten worden opgelost met een bemiddelingsgesprek met de leidinggevende waarin dan vaak blijkt dat de verwachtingen vooraf niet duidelijk waren of er over en weer onvoldoende begrip was voor het handelen van de ander. Meestal gaan alle partijen na zo’n bemiddeling tevreden de deur uit.

Afbouw JeugdzorgPlus

Er is kort gesproken over de afbouw van de JeugdzorgPlus. De Kinderombudsman krijgt signalen dat er wordt afgebouwd, maar dat er onvoldoende andere voorzieningen zijn waar jongeren terecht kunnen. In Noord Holland herkennen we dit niet zo zeer. De Noord Hollandse kinderen kunnen in principe bij Parlan, Levvel of IHub terecht. We hebben voor deze doelgroep kleinschalige woonvormen waar vrijwel alle kinderen naartoe kunnen. We denken echter dat de essentie van de afbouw niet enkel zit in het transformeren van grote verblijfslocaties naar kleine woonvormen, maar dat de grootste omslag zit in de inzet van de ambulante hulp in deze gezinnen waarmee uithuisplaatsing in een deel van de gevallen kan worden voorkomen.

Een ander signaal is dat er sinds de afbouw van JeugdzorgPlus in toenemende mate vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden in open voorzieningen. Ook dit herkennen we niet. De inspectie heeft vorig jaar in het kader van toezicht een bezoek gebracht aan Parlan. Daarbij is gekeken naar het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen. De inspectie heeft geconstateerd dat we slechts een enkele keer kinderen vastpakken. We zoeken naar alternatieven voor deze maatregelen,

we kijken naar wat er wel werkt. We hebben bijvoorbeeld veel ingezet op training en intervisie. Daarnaast is het ook belangrijk dat medewerkers zich in situaties waar het ingewikkeld is, gesteund voelen door de organisatie.

Naast de interne oplossingen die we zoeken, voeren we ook het gesprek met de opdrachtgevers, ketenpartners en bijvoorbeeld onderwijs. We werken toe naar lange termijn beslissingen in plaats van vooral naar de korte termijn te kijken. Dit vraagt nog wel aandacht de komende jaren.

Spiegel van de samenleving

Waar voorheen meer mensen betrokken waren bij het opvoeden van kinderen, is dat tegenwoordig vooral een taak van de ouders. Waar dat de ouders niet lukt wordt snel een beroep gedaan op hulpverlening, daar waar enkele decennia geleden eerder iemand uit het netwerk werd ingeschakeld om te ondersteunen. Dit omdat de samenleving individualistischer is geworden en hulpverlening laagdrempeliger is geworden.

We zouden graag zien dat er meer en eerder een beroep wordt gedaan op het voorveld zoals de peuterspeelzaal, buurtgezinnen of jongerenwerk zodat inzet van gespecialiseerde jeugdhulp vooral kan worden ingezet bij de gezinnen waar het echt nodig is.

Het streven om door dichtbij te zijn, meer preventief te werk te gaan na de transitie is onvoldoende behaald. Als je droomt zou je willen dat er eerder ambulant wordt ingestoken door de wijkteams en dat de organisaties voor jeugdhulp ingezet worden als dat nodig is, maar dat er ook weer afgeschaald zou moeten worden als het niet meer nodig is. Nu zien we vaak dat een wijkteam de zorg volledig aan ons overdraagt, waardoor we het ook volledig overnemen.

Tenslotte spraken we over de versnippering van het werkveld doordat we te maken hebben met verschillende gemeenten die verschillende voorwaarden en eisen stellen. Dat er geen standaard spelregels zijn, daar verbazen we ons over.

Het was een inspirerend bezoek waar we de medewerkers van De Kinderombudsman en de Nationale ombudsman letterlijk een kijkje in de keuken hebben kunnen geven.