Lieve Nienke,
Wij kennen elkaar uit de gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus). Jij was daar opgenomen. Ik was daar Hoofd Behandeling en dus verantwoordelijk voor het inhoudelijk beleid in de instelling.
Tijdens de campagne van Het Vergeten Kind geef jij helder aan dat jouw opname in de gesloten jeugdzorg je niet verder heeft geholpen. Jij geeft aan dat het je verder beschadigd heeft. Bovenop de moeilijke jeugd die je toch al had, heb jij daar- door de manier waarop we de gesloten jeugdzorg hadden ingericht- een nog rottiger gevoel gekregen. Je vertelt door het verlies van deze jaren nu nog meer achterstand te hebben dan je toch al had.
Het raakt me als ik als deze woorden laat binnen komen. Je bent zo'n mooi mens, en het is ons niet gelukt jou dat te laten voelen! Jouw problemen zijn erger geworden tijdens jouw opname bij ons.
Hoe jij het ervaart klopt: JeugdzorgPlus heeft jou niet geholpen, je bent er verder beschadigd en het heeft jouw deelname aan de maatschappij verder bemoeilijkt.
En dat spijt mij oprecht. Dat meen ik. Wij hadden achteraf gezien andere dingen moeten doen, op vele momenten. Je hebt bij ons te vaak in een afzondering gezeten, het onderwijs was niet op maat voor jou, je hebt agressie tussen jongeren onderling gezien, je hebt meegemaakt dat wij jou vasthielden of voor jou bepaalden wat je wel en niet bij je mocht hebben, we hebben je niet het liefdevolle thuis kunnen bieden waarop jij wachtte. Ook al zijn er allerlei verklaringen voor wat we gedaan hebben: het is gewoon een feit dat het jou niet geholpen heeft. En daarom wil ik je mijn excuses maken.
Ik zou willen dat ik het ongedaan kon maken, maar dat kan ik niet. Ik begrijp ook dat één keer sorry zeggen niet voldoende is. Maar ik hoop dat je ergens de ruimte krijgt om dit excuus bij je binnen te laten komen.
Zomaar wat herinneringen aan jou: Ik zie je zitten op een bankje in de instelling, met je konijn op schoot. Dit konijn had je omdat je er rustig van werd. Het hok stond buiten. Jij had het liever binnen gehad. Dat kon niet, omdat iemand anders allergisch was voor konijnen. In een andere situatie zie ik mezelf naast je op de grond zitten, met collega's. We proberen te voorkomen dat jij jezelf - tijdens een herbeleving - slaat. Ik kan me ook herinneren dat je werkte bij de supermarkt, en ik de neiging kreeg om achter je aan te reizen om te zien of het wel goed met je ging. Ik herinner me je lieve kaartjes die je soms op mijn bureau achterliet. Ook de vele discussies onder medewerkers staan mij bij. Zij hadden verschillende zienswijzen over hoe we jou het best konden helpen. Ook ik raakte regelmatig verstrikt in wat nou op welk moment het beste was. Ik herinner me ook het app-contact met jou buiten kantoortijden. Soms was je dan boos, soms ook heel verdrietig. Er komt ook weer bij me op hoe je vertelde dat je heel veel had aan je therapeute. En ik herinner me de doelloosheid die je overdag ervaarde omdat je geen onderwijs had. Ik zie ook weer voor me hoe jij trots je kerstboompje liet zien op je slaapkamer: zo mooi versierd dat hij zo in een magazine had kunnen staan.
Tijdens jouw opname hebben we elkaar regelmatig gesproken. Soms waren dit therapeutische gesprekken. Vaak ook deelde jij jouw ervaringen om ons te helpen de aanpak in de voorziening te veranderen: geen gebruik maken van de afzondering, kinderen een mobiel laten hebben ook op hun kamer, huisdieren toestaan, onderwijs op maat bieden, stoppen met verplichte momenten op kamer overdag, veel meer vrijheid toestaan aan kinderen. Je bent een van de jongeren die meedacht in de afbouw van onze ‘oude’ JeugdzorgPlus.
Ik krijg de neiging om uit te wijden over waarom het allemaal zo gelopen is, waarom de gesloten jeugdzorg destijds in het leven is geroepen, welke gepassioneerde collega's ik ben tegen gekomen, hoe die collega's zich hebben ingezet voor jou, hoe we binnen het systeem zochten naar de beste individuele oplossingen, hoe kinderen die beter elders geholpen hadden kunnen worden toch in de JeugdzorgPlus belandden, hoe wij nu onze 'oude' JeugdzorgPlus inmiddels omgebouwd hebben. Maar dat zou de kracht van mijn excuus aan jou teniet doen. Je zou het kunnen uitleggen als 'verdediging'. En dat wil ik niet.
Lieve Nienke, is het voor jou mogelijk om mijn excuus (een beetje) te ontvangen? Zou je daarover willen nadenken? En zou je mijn brief willen delen met andere jongeren die in de JeugdzorgPlus hebben verbleven?
Groet,
Suzan
In het kader van de tiende Week van Het Vergeten Kind (28 januari – 4 februari), heeft Stichting Het Vergeten Kind een petitie gelanceerd om gesloten jeugdzorginstellingen af te schaffen. Uit onderzoek bleek namelijk dat 86 procent van de kinderen beschadigder uit zo’n instelling komt dan dat ze erin gingen. Karien van der Mei sprak met ervaringsdeskundige Nienke (18).
Nienke werd ook geinterviewd door Vrij Links. Lees het interview met Nienke hier.