Ervaringsverhaal

“Als Jari er blij van wordt, word ik het ook”

Jari (11) had leer- en gedragsproblemen thuis en op school. Hij zat niet lekker in zijn vel en maakte vaak ruzie. Door individuele begeleiding op school in combinatie met ouderbegeleiding gaat het nu weer goed met Jari. Zijn ouders kunnen hem beter lezen en daardoor beter inspelen op zijn gedrag. En Jari zelf heeft hartstikke veel zin in zijn nieuwe school, waar hij lekker kan voetballen, gymmen en in de ringen hangen.  

Mascha, de moeder van Jari, vertelt: “Het balletje begon te rollen op school. Jari vertoonde afwijkend gedrag. Hij kon zich niet concentreren, was snel afgeleid en maakte veel ruzie. Hij kon ook niet echt meekomen in de klas. Dat zat hem dwars. Hij is wat minder intelligent dan zijn leeftijdsgenootjes. En thuis was er constant strijd met zijn broer en zus. Hij zat gewoon niet lekker in zijn vel. We hebben meerdere gesprekken op school gehad maar dat veranderde niets aan zijn gedrag. De maatschappelijk werkster van school adviseerde om met Parlan te gaan praten. Dat hebben we gedaan. 

Het begin was rommelig. Jari had hulpverleners die al snel naar een andere functie of baan gingen. Dat is niet ideaal. Je wilt niet elke keer opnieuw je verhaal hoeven vertellen. En je moet ook maar net een klik met iemand hebben. Als er geen klik is, zegt hij niets. Met Louise en Annemarie, die hem begeleidden, gaat Jari heel goed. Ze stralen rust uit, zijn duidelijk en geven hem het gevoel dat hij een normale jongen is. Dat is belangrijk voor hem. Hij heeft zoveel gesprekken gehad met hulpverleners dat hij bij dacht: ben ik gek dan? Bij Louise en Annemarie is hij op zijn gemak. Ze zijn heel lief en begripvol.  

“Ik zie een boos poppetje, ben jij dat?” 

Louise begeleidde Jari één keer in de twee weken op school. Later werd dat één keer in de vier weken, op aangeven van Jari zelf. Als hij naar Louise ging, zeiden de jongetjes in zijn klas ‘Jari, je moet weer mee met de dokter’. Dat deed pijn. Louise liet hem spelletjes doen of tekenen. Probeer eens te tekenen wat je voelt, zei ze dan. Dan tekende Jari een boos poppetje. ‘Ik zie een boos poppetje, ben jij dat? Ja? Waarom ben je boos?’ Dan tekende hij nog een poppetje. ‘Ben je boos op een klasgenootje?’ Zo kon hij zijn verhaal vertellen en zijn emotie kwijt. En hij leerde tot tien tellen. Hij reageert nu minder impulsief op situaties. 

Annemarie kwam een keer in de twee weken bij ons thuis voor ouderbegeleiding. Op een keer nam ze een bak speelgoed mee. Jari en ik gingen spelen en Annemarie nam het op de video op. Ze zag dat ik niet de tijd voor hem nam en hem geen aandacht gaf. Zo ging het in het dagelijks leven ook. Ik was druk en zag hem niet. Als hij van school kwam wilde hij chillen. School kost hem veel energie. Maar ik stuurde hem steeds naar buiten. Ga nou spelen met je vriendjes. Dat zie je graag als ouder. Of ga lekker vissen. We wonen best mooi maar hij zat het liefst binnen. Annemarie zei: ‘Dan is zijn emmer vol en heeft hij rust nodig.’ 

“Als mijn radartje niet draait, draait de rest ook niet” 

Ik ben blij hoe het is gegaan. Dat Jari op school deskundige hulp kreeg en wij als ouders begeleiding kregen. Hij zit nu veel beter in zijn vel. Dat zat hij niet omdat ik snel geïrriteerd en boos op hem was. Ik wilde te veel voor hem. Ik keek te veel naar anderen. Nu kan ik dat loslaten. Annemarie zei me een keer dat we allemaal radartjes zijn die om elkaar heen draaien. En dat ik thuis het middelpunt ben. Als mijn radartje niet draait, draait de rest ook niet. Ik moet daar continu aan denken. Nog steeds. Ik heb onwijs aan mezelf zitten werken. 

Wat mooi is: we kunnen zijn gedrag nu beter lezen. We weten waar het vandaan komt en kunnen er dus beter op inspelen. Dat helpt. Op school gaat het ook goed. Hij zit nu in groep 8. We zijn laatst op advies van Annemarie alvast gaan kijken bij een basiskaderschool voor volgend jaar. Hij vond het helemaal fantastisch. Ze hebben een bakkersafdeling, een techniekafdeling, een sportschool. Dat vindt ie hartstikke mooi. Hij moet wel zijn energie kwijt. Jari kan niet heel lang stil blijven zitten. Dan kan ie lekker voetballen, gymmen of in de ringen hangen. Als Jari daar blij van wordt, word ik het ook. Dat heb ik wel geleerd.” 

* De namen in dit verhaal zijn gefingeerd.  


Thema’s